Delen
Box 3 belastingheffing | HLB Blömer
Menu
Actueel

Box 3 belastingheffing

Gepubliceerd op

Op Prinsjesdag is in een brief door de Staatssecretaris op een aantal punten duidelijkheid gegeven met betrekking tot het rechtsherstel in box 3. Wij lichten in dit artikel een paar punten uit.

Box 3 belastingheffing

Allereerst is duidelijkheid gegeven over wie er in aanmerking komt voor aanvullend rechtsherstel voor box 3. Het kabinet heeft een ruime doelgroep voor ogen:

  • Voor de belastingjaren 2021 en verder: iedereen.
  • Voor de belastingjaren 2019 en 2020: belastingplichtigen waarvan de definitieve aanslag op 21 december 2021 nog niet onherroepelijk vast stond of daarna is ontvangen. Voorwaarde is dat deze belastingplichtigen uiterlijk voor het einde van dit jaar (voor het jaar 2019) of voor het einde van volgend jaar (voor het jaar 2020) een verzoek tot ambtshalve vermindering indienen. Het invullen van het formulier “Opgaaf Werkelijk Rendement” wordt gezien als een verzoek tot ambtshalve vermindering.
  • Voor de belastingjaren 2017 en 2018: belastingplichtigen met een definitieve aanslag waarvan hun bezwaar meeliep in de massaal bezwaarprocedure of waarvan de definitieve aanslag ná het Kerstarrest (24 december 2021) is ontvangen en die reeds een tijdig verzoek tot ambtshalve vermindering hebben ingediend.

    Bij de Hoge Raad is een procedure in behandeling die duidelijk moet maken of “niet bezwaarmakers” die op grond van het bovenstaande geen toegang hebben tot rechtsherstel hier alsnog toegang toe krijgen. Daarmee kan bovenstaande groep nog ruimer worden.

    Gehele vermogen telt mee

    Bij het bepalen van het werkelijke rendement moet het gehele vermogen van de belastingplichtige in box 3 worden meegenomen, zowel de directe (bijvoorbeeld dividend-, rente- of huurinkomsten en gerealiseerde waardeveranderingen) als indirecte (met name ongerealiseerde waardeveranderingen) inkomsten en zonder aftrek van het heffingsvrije vermogen. Met kosten (met uitzondering van rente) wordt geen rekening gehouden. Voor de waardeverandering van woningen wordt aangesloten bij de WOZ-waarde. Bij aan- en verkoop van woningen gedurende het jaar wordt de waardeontwikkeling tijdsevenredig verdeeld tussen verkoper en koper. Eigen gebruik van onroerende zaken maakt onderdeel uit van het werkelijke rendement. Dit rendement wordt bepaald op basis van de economische huurwaarde van een onroerende zaak.

    Voor iedere belastingplichtige die toegang heeft tot rechtsherstel is het de vraag of de box 3-heffing op basis van het werkelijk rendement lager is dan op basis van het forfaitaire rendement. Uiteraard helpen wij u graag bij deze analyse.

    Heeft u nog vragen?

    Neem direct contact op met mr. Jan-Marc van Beusekom, Partner bij HLB Blömer in Nieuwegein.

    Stuur een e-mail of bel + 31 (0)30 605 85 11
    mr. Jan-Marc van Beusekom