Delen
Prinsjesdag 2023: Inkomstenbelasting en toeslagen | HLB Blömer
Menu
Actueel

Prinsjesdag 2023: Inkomstenbelasting en toeslagen

Gepubliceerd op

Op Prinsjesdag 2023 wordt het Belastingplan 2024 gepresenteerd. Net zoals ieder jaar zetten wij de belangrijkste fiscale voorstellen en wijzigingen voor u op een rij! Hieronder een greep uit de plannen voor de inkomstenbelasting en toeslagen.

Prinsjesdag 2023: Inkomstenbelasting en toeslagen
  • Eén van de maatregelen uit het koopkrachtpakket is het verhogen van de arbeidskorting. De maximale arbeidskorting wordt 5.553 euro. 

  • De MKB-winstvrijstelling wordt verlaagd van 14 procent naar 12,7 procent. Deze verlaging van de voor belasting vrijgestelde winst zorgt ervoor dat het MKB effectief meer belasting verschuldigd zal zijn. 

  • De zelfstandigenaftrek wordt verder afgebouwd en gaat van 5.030 euro in 2023 naar uiteindelijk 900 euro in 2027. In 2024 bedraagt de aftrek 3.750 euro.

  • Voor ondernemers in de inkomstenbelasting wordt de bodemwaarde voor afschrijvingen van gebouwen in eigen gebruik gesteld op 100 procent van de WOZ-waarde. Dit was 50 procent. Deze 100 procent gold al voor ondernemingen in de vennootschapsbelasting.

  • Box 2, twee schijven: Het huidige box 2-tarief bedraagt 26,9 procent. Per 2024 krijgt box 2 twee schijven. De eerste schijf belast tot 67.000 euro aan box 2-inkomsten per persoon tegen een tarief van 24,5 procent en voor de tweede schijf geldt een tarief van 31 procent over het meerdere. Fiscale partners kunnen beiden gebruik maken van de eerste schijf van € 67.000. 


Box 3:

  • De verhoging van het box 3-tarief van 32 procent naar 34 procent wordt vervroegd doorgevoerd per 1 januari 2024, (in plaats van 2025). Het heffingsvrije vermogen in box 3 wordt niet geïndexeerd per 1 januari 2024 en blijft € 57.000 per persoon.
  • Het aandeel in het vermogen van een VvE of vermogen op een derdengeldenrekening van een notaris of gerechtsdeurwaarder wordt met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023 onder de categorie banktegoeden gebracht. Deze categorie past beter bij deze vermogensbestanddelen. Op banktegoeden wordt het lagere forfaitaire rendement berekend.

  • Vorderingen en schulden tussen fiscale partners - bijvoorbeeld in het kader van een jaarlijks verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden - en tussen ouder en minderjarige kinderen worden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023 gedefiscaliseerd. Deze vorderingen en schulden hoeven niet meer in de aangifte inkomstenbelasting te worden vermeld.

  • Het invoeren van het nieuwe stelsel in box 3 op basis van werkelijk rendement wordt uitgesteld van 2026 naar 2027. Het conceptwetsvoorstel staat volop ter discussie. Voor spaarders zou er dan een oplossing zijn bedacht. Hoofdregel is heffing over werkelijke rendementen met een vermogensaanwassysteem (elk jaar direct heffen over de waardestijging). Voor onroerende zaken en voor aandelen in familiebedrijven en startende (innovatieve) ondernemingen zou een vermogenswinstbelasting gelden (afrekenen nadat de winst is verzilverd). Inmiddels heeft de Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad laten weten dat ook de Wet rechtsherstel box 3, bedoeld als tijdelijke reparatie van de eerder verboden manier om vermogens te belasten, in deze vorm onhoudbaar is. Kortom, hier komt nog een vervolg op.


En verder:

  • Per 1 januari 2025 wijzigen de voorwaarden waaronder een fonds als zelfstandig vennootschapsbelastingplichtig (non-transparant) fonds voor gemene rekening (fgr) kwalificeert. Cross-link opnemen naar het onderdeel hierover onder het kopje vennootschappen (pagina 6)

  • Toerekening voor maatschap, vof, cv, fgr en vergelijkbare buitenlandse lichamen Voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting worden de bezittingen en schulden, evenals de opbrengsten en uitgaven/kosten van bovengenoemde lichamen toegerekend aan de participanten daarvan. Deze toerekening wordt toegepast naar verhouding van ieders gerechtigdheid in het betreffende lichaam. Als gevolg daarvan worden de afzonderlijke vermogensbestanddelen in beginsel bij de betreffende participanten in box 3 belast.

  • Het gebruik van de herinvesteringsreserve bij gedeeltelijke staking als gevolg van overheidsingrijpen wordt toegankelijker. Denk aan agrariërs die deelnemen aan de landelijke beëindigingsregeling. Een herinvesteringsreserve gevormd in een gestaakte onderneming kan dan worden aangewend voor herinvesteringen in een nieuwe activiteit.
  • Om de positie van gezinnen met veel kinderen en gezinnen met oudere kinderen te bevorderen, worden de (maximum)bedragen van het kindgebonden budget op een zestal punten aangepast, onder andere het verlagen van de inkomensdrempel voor ouderparen met 11.111 euro per jaar.

  • Het kabinet voert de in het coalitieakkoord voorgenomen hervorming van de huurtoeslag in aangepaste vorm door. De vermindering van de eigen bijdrage (basishuur) gaat van een verlaging met 34,67 euro per maand in 2024, stapsgewijs naar een structurele verlaging met 31,79 euro per maand vanaf 2029.

  • Een schenkingsovereenkomst mag de mogelijkheid bieden tot beëindiging van de nog niet vervallen termijnen van de periodieke gift binnen de periode van vijf jaren als de donateur arbeidsongeschikt of werkloos raakt, tenzij de schenker invloed heeft op die omstandigheden. Deze beëindiging ziet op de nog niet vervallen termijnen van de periodieke gift binnen de periode van vijf jaren. Dit beleidsbesluit wordt nu vastgelegd in de wet.

  • Vanaf 2024 geldt ook geen betalingskorting meer voor het in één keer in zijn geheel betalen van bepaalde voorlopige aanslagen inkomstenbelasting. Al sinds 1 januari 2023 was de betalingskorting bij voorlopige aanslagen vennootschapsbelasting afgeschaft.

Heeft u nog vragen?

Neem direct contact op met drs. Taco Holwerda, Partner bij HLB Blömer in Nieuwegein.

Stuur een e-mail of bel +31 (0)30 605 85 11
drs. Taco Holwerda

Heeft u nog vragen?

Neem direct contact op met mr. E. (Bert) Nannen, Vennoot / Fiscalist bij HLB Nannen in Groningen.

Stuur een e-mail of bel +31 (0)50 526 65 33
mr. E. (Bert) Nannen