Delen
Wet excessief lenen bij de eigen vennootschap in werking getreden per 1 januari 2023 | HLB Blömer
Menu
Actueel

Wet excessief lenen bij de eigen vennootschap in werking getreden per 1 januari 2023

Gepubliceerd op

Op 20 december 2022 is het wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’ als wet definitief aangenomen. Tijd om u nog eens op de hoogte brengen van deze nieuwe regeling.

Wet excessief lenen bij de eigen vennootschap in werking getreden per 1 januari 2023

In onze eerdere nieuwsbrief van april 2021 hebben wij u geïnformeerd over het Wetsvoorstel excessief lenen. Op 20 december 2022 is het wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’ als wet definitief aangenomen. Tijd om u nog eens op de hoogte brengen van deze nieuwe regeling. 

De wet is van belang voor aanmerkelijkbelanghouders met leningen bij hun eigen vennootschap van meer dan € 700.000 (in het oorspronkelijke Wetsvoorstel sprak men nog over een drempelbedrag van € 500.000).

Wat betekent dit voor u?

Een drempel van € 700.000

Per 31 december 2023 bent u 26,9% box 2 heffing (2023) verschuldigd indien en voor zover op dat moment uw schulden en die van uw partner aan de vennootschap meer bedragen dan € 700.000.

Aandeelhouder van meerdere vennootschappen?

Er vindt een samentelling plaats van de schulden aan de vennootschappen waarin u en/of uw partner een aanmerkelijk belang hebben. U kunt dus niet door middel van bijvoorbeeld splitsing van de holding tweemaal € 700.000 zonder afrekening lenen.

Uitgezonderd: kwalificerende box 1 eigenwoningleningen

Leningen die bij de eigen vennootschap zijn aangegaan voor de financiering van uw eigenwoning en kwalificeren als box 1 eigenwoningleningen waarvan de rente aftrekbaar is, zijn uitgezonderd van de maatregelen voor excessieve leningen. Hierbij geldt echter wel als vereiste dat een recht van hypotheek is gevestigd ten behoeve van de vennootschap. Deze hypotheekeis geldt niet voor bestaande eigenwoningschulden op 31 december 2022.

Leningen aan verbonden personen

Ook schulden van verbonden personen, zoals kinderen, kunnen onder de maatregel vallen. Verbonden personen hebben ieder een eigen vrijstelling van € 700.000. Ook door de vennootschap verstrekte eigenwoningleningen aan verbonden personen zijn uitgezonderd van de Wet excessieve leningen.

Als een verbonden persoon een schuld heeft van meer dan €700.000 aan de vennootschap van de belastingplichtige, wordt het surplus bij de aanmerkelijk belanghouder in aanmerking genomen als schuld. Het gaat hier om familieleden die zelf geen aanmerkelijk belang hebben in de desbetreffende vennootschap. Onder verbonden persoon wordt verstaan een bloed- of aanverwant in de rechte lijn van de belastingplichtige of van zijn partner. Meestal betreft het kinderen.

Voorbeeld

Vader bezit alle aandelen in BV X. Vader heeft een schuld aan BV X van € 700.000.

In 2023 leent BV X € 800.000 aan de dochter van vader. De dochter heeft geen belang in BV X.

Vader blijft zelf op de grens van € 700.000. De schuld die dochter heeft aan BV X wordt echter toegerekend aan vader, voor zover die schuld meer bedraagt dan € 700.000. De totale toerekenbare schuld van vader bij BV X bedraagt dus € 800.000. Bij vader wordt in dat geval een fictief regulier voordeel in de heffing betrokken van €100.000. Vader betaalt in 2023 26,9% box 2 heffing over € 100.000.

Als BV X een bedrag van € 800.000 aan de dochter leent voor de aankoop van de eigenwoning van de dochter, is geen sprake van een excessieve lening. Hierbij geldt wel als voorwaarde dat de verstrekte lening met een recht van hypotheek moet worden gevestigd en dat de lening wordt aangemerkt als een eigen woning in box 1. 

Wat kunt u dit jaar nog doen?

U heeft nog tot 31 december 2023 de tijd om er voor te zorgen dat u niet wordt getroffen door de maatregel. Dat betekent dat uw lening(en) aan uw vennootschap onder de € 700.000 dient te blijven. U kunt daarbij allereerst bijvoorbeeld denken aan een afbouw van de schulden door een dividenduitkering. U bent in dat geval wel box 2 heffing verschuldigd. Het tarief bedraagt in 2023 26,9%. Per 1 januari 2024 wordt het box 2 tarief bij hogere uitkeringen dan € 67.000 (€ 134.000 ingeval van fiscaal partnerschap) verhoogd naar 31%.

Alternatieven zijn herfinanciering van bestaande schulden en aflossen door middel van overdracht vermogensbestanddelen aan de vennootschap(pen).

Uiteraard denken wij graag met u mee om de gevolgen van de nieuwe wet voor uw eigen situatie in kaart te brengen en te beoordelen of er mogelijkheden zijn om de gevolgen ervan te voorkomen.

Heeft u nog vragen?

Neem direct contact op met mr. Annelies Posthumus, Senior Belastingadviseur bij HLB Blömer in Nieuwegein.

Stuur een e-mail of bel +31 (0)30 605 85 11
mr. Annelies Posthumus