Prinsjesdag 2021: Overige wetsvoorstellen
Op dinsdag 21 september presenteerde het kabinet de belangrijkste plannen voor 2022. Ondanks dat het kabinet demissionair is, kan er niet echt beleidsarm begroot worden. Al met al borduren veel maatregelen voort op het ingezette beleid. Evengoed zijn er voor ondernemers nog wel een paar kleine voordelen te behalen. Wij hebben voor u de meest interessante belangrijkste onderwerpen op een rijtje gezet.
1. Verzoek afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O) makkelijker
Heeft u een bedrijf dat onderzoeksprojecten uitvoert? Vanaf 1 januari 2022 wordt het makkelijker om uw verzoek voor afdrachtvermindering in te dienen. U kunt bijvoorbeeld een aanvraag indienen voor een project dat al de volgende kalendermaand start. Hierdoor kunt u extra verwachte uren, kosten en uitgaven voor al toegekende projecten eerder mee opvoeren. S&O-afdrachtvermindering is bekend als de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO). De WBSO vergoedt via uw belastingaangifte een deel van de (loon)kosten van uw speur- en ontwikkelingswerk (S&O).
2. Verbod op contante betalingen boven € 3.000
Het kabinet wil een verbod op contante betalingen vanaf € 3.000. Dit verbod geldt voor handelaren (beroeps- of bedrijfsmatige kopers en verkopers van goederen) en daarnaast iedereen die iets van meer dan € 3.000 wil kopen en dat contant wil afrekenen. Zij mogen dit bedrag niet omzeilen via meerdere losse betalingen in bankbiljetten. Hiermee wordt het moeilijker crimineel geld wit te wassen. Wanneer de wijziging van de Wet ter voorkoming witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) ingaat, is nog niet bekend.
3. Innovatieve start-up dga's mogen jaar langer minimumloon krijgen
Stel, u bent dga (directeur-groot aandeelhouder) van een innovatieve start-up. Dan mag u een jaar langer de gebruikelijkloonregeling gebruiken. U mag tot 1 januari 2023 het wettelijk toegestane minimumloon betalen in plaats van een marktconform salaris. Het kabinet wil met de regeling innovatieve start-ups helpen die nog weinig winst maken.
4. Wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten
Voorgesteld wordt om de wet fiscale regeling aandelenoptierechten te wijzigen waardoor het aantrekkelijker wordt aandelenoptierechten als loon te verstrekken. Als werkgever kunt u een werknemer een optie of recht geven om aandelen in uw bedrijf (bv) te kopen op een later moment en tegen een vastgestelde prijs.
Nu moeten werknemers direct belasting betalen wanneer ze gebruik maken van de aandelenoptie, ook als er nog geen geld beschikbaar is. Als gevolg van dit voorstel wordt het heffingsmoment van uitoefening van een aandelenoptierecht verschoven naar het moment waarop de bij uitoefening van het aandelenoptierecht verkregen aandelen verhandelbaar zijn en er dus liquide middelen voorhanden kunnen zijn om de verschuldigde belastingen te voldoen.
Met de voorgestelde maatregel wordt voor de belastingheffing zoveel als mogelijk aangesloten bij het moment waarop daadwerkelijk inkomsten uit het aandelenoptierecht kunnen worden gegenereerd. Dat is een moment dat objectief kan worden vastgesteld. In veel gevallen zal dit moment overeenkomen met het moment dat ook daadwerkelijk wordt vervreemd. Hiermee wordt het aantrekkelijker gemaakt om voor het aantrekken en behouden van personeel gebruik te maken van aandelenoptierechten.
De mogelijkheid zal worden geboden om toch voor heffing bij uitoefening te kiezen.
5. Limiet aan verrekening dividendbelasting en kansspelbelasting met de vennootschapsbelasting
Heeft u een onderneming en doet u aangifte vennootschapsbelasting (vpb)? Voortaan kunt u de betaalde kansspelbelasting en dividendbelasting (de zogenaamde voorheffingen) verrekenen tot een maximaal bedrag, namelijk het verschuldigde bedrag aan vennootschapsbelasting van dat jaar. Uw bedrijf mag niet meer aftrekken dan u aan vpb moet betalen. Als uw bedrijf bijvoorbeeld verlies heeft geleden, betekent dit dat u de voorheffingen in dat jaar niet kunt verrekenen. Als uw bedrijf meer voorheffingen heeft betaald dan het mag verrekenen, kunt u het restant aan voorheffingen onbeperkt doorschuiven naar toekomstige jaren.
6. Omzetbelasting: aanpassen verwerking negatieve btw-melding
Er komt een vereenvoudiging voor ondernemers die voor de aangifte van in Nederland verschuldigde btw gebruik maken van de (niet-)Unieregeling en de invoerregeling. Zij geven btw aan in de lidstaat van identificatie. Die verdeelt de btw over de lidstaten waarin de ondernemer heeft verkocht. Ook correcties over een eerder tijdvak worden verwerkt, zodat de btw-melding negatief kan worden. De lidstaat waarvoor de correctie is gemaakt, moet deze afwikkelen. Een negatieve ‘btw-melding’ wordt vanaf nu automatisch aangemerkt als een teruggaafverzoek. De (doorgaans buitenlandse) ondernemer die gebruik maakt van één van de drie OSS-regelingen (One Stop Shop), hoeft daardoor geen afzonderlijk verzoek om teruggaaf van Nederlandse btw te doen.
Voorgesteld is om negatieve btw-meldingen met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2021 aan te merken als een verzoek om teruggaaf.
7. Verliezen verrekenen VPB wordt verruimd in de tijd en beperkt in omvang
Verliezen binnen de vennootschapsbelasting mag u vanaf 2022 in tijd onbeperkt meenemen naar volgende boekjaren (carry forward). De maximumtermijn voor verrekening is nu nog 6 jaar. In een boekjaar mag u 1 miljoen euro verrekenbaar verlies volledig met de winst verrekenen. Daarboven mag u een eventueel resterend verrekenbaar verlies tot een hoogte van 50% met de resterende winst verrekenen. Het restant verlies mag dan naar een volgend boekjaar worden meegenomen. De verrekeningstermijn van 1 jaar terug (carry back) blijft ongewijzigd.