Afbouwen fiscale maatregelen
De bestaande versoepeling van fiscale regels vanwege de coronacrisis, zoals uitstel van betaling en verlaging van belastingrente, wordt afgebouwd. Het uitstel van belastingen kunt u krijgen voor onder meer de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting (btw) en loonbelasting.
Uitstel tot uiterlijk 1 januari 2021
Ondernemers kunnen nog tot 1 oktober 2020 uitstel van belastingbetaling of een verlenging van het uitstel aanvragen bij de Belastingdienst. Daarmee loopt voor alle ondernemers het uitstel uiterlijk op 1 januari 2021 af. Vanaf 1 januari 2021 is uitstel in beginsel niet meer mogelijk. Is de periode van drie maanden uitstel van betaling voorbij en vraagt u geen verlenging aan, dan dienen de nieuwe belastingverplichtingen weer periodiek voldaan te worden.
Aflossen belastingschulden
De belastingschulden die vielen onder de periode van bijzonder uitstel van betaling in verband met corona, moeten vanaf 1 januari 2021 in 24 maanden worden afgelost. Iedere maand dient 1/24 deel van het totaal bedrag afgelost te worden. Versnelde aflossing is mogelijk. In december 2020 ontvangt u van de belastingdienst een voorlopig overzicht van de belastingschuld, de voorwaarden van de betalingsregeling en het af te lossen maandbedrag. In maart 2021 volgt het definitieve overzicht van de belastingschuld.
Maatwerk bij aflosproblemen?
Wanneer aflossen niet mogelijk is, kunt u verzoeken om een maatwerkoplossing, zoals langer uitstel van betaling. In die gevallen zal een verklaring van een derde-deskundige, zoals een accountant, nodig zijn. Hieruit moet blijken dat er liquiditeitsproblemen zijn, dat deze tijdelijk zijn, dat ze vóór een afgesproken datum worden opgelost en dat de onderneming levensvatbaar is. De Belastingdienst beraadt zich nog over uitbreiding van de bestaande mogelijkheid tot schuldsanering.
Invorderingsrente blijft laag
Invorderingsrente moet betaald worden als belastingschulden niet tijdig zijn voldaan. De invorderingsrente is vanwege de coronacrisis verlaagd van 4% naar 0,01%. Ondernemers hoeven dus nauwelijks rente te betalen over de belastingschuld gedurende het uitstel van betaling. De verlaagde invorderingsrente van 0,01% blijft tot en met 31 december 2021 van kracht, dus tot halverwege de periode waarin de belastingschulden moeten worden afgelost.
Belastingrente per 1 oktober 2020 omhoog
Ondernemers betalen belastingrente als een aanslag te laat (na 6 maanden na afloop van het boekjaar) wordt vastgesteld of als de Belastingdienst afwijkt van de aangifte. De belastingrente bedraagt nu ook 0,01%, maar dit percentage zal per 1 oktober 2020 weer teruggaan naar het oorspronkelijke niveau van 4%. De belastingrente voor de vennootschapsbelasting (Vpb) zal tot en met 31 december 2021 ook 4% bedragen (in plaats van het oorspronkelijke niveau van 8%). Indien u de belastingrente voor aanslagen over 2019 wenst te beperken, dient zo spoedig mogelijk een voorlopige aanslag aangevraagd te worden.
Reisaftrek verruimd
In de inkomstenbelasting bestaat de reisaftrek voor woon-werkverkeer dat met het openbaar vervoer wordt afgelegd en waarvoor de werknemer geen vergoeding van de werkgever krijgt. Sommige thuiswerkers reizen veel minder naar hun werk. Daardoor hebben ze recht op minder reisaftrek, terwijl de kosten vaak gewoon doorlopen. Daarom wordt voor 2020 de reisaftrek in de inkomstenbelasting toegepast alsof de werknemer zijn reispatroon van vóór de coronacrisis heeft voortgezet. Voorwaarde is wel dat de reiskosten ongewijzigd zijn.