Fiscale eindejaarstips voor werkgevers
Wat kunt u als ondernemer fiscaal dit jaar nog regelen? Het is bijna 2024. Op welke zaken moet u zich als werkgever voorbereiden voor het nieuwe jaar? Een aantal aangekondigde veranderingen vraagt om goede planning. We hebben voor u een selectie gemaakt van de actuele fiscale tips, lees hieronder verder.
In de Fiscale Eindejaarstips hebben wij zo veel mogelijk rekening gehouden met de belastingplannen van het (demissionaire) kabinet voor volgend jaar. Ook de moties en amendementen die de Tweede Kamer pal voor het reces aannam, zijn erin verwerkt.
Let op!
Een aantal plannen van het kabinet is nog niet definitief. Deze moeten nog door de (Tweede en) Eerste Kamer worden goedgekeurd. Welke dat zijn, kunnen wij u uiteraard vertellen. Ook worden nog steeds nieuwe plannen bekendgemaakt of worden huidige plannen aangepast. Daarom overleggen wij graag met u of het verstandig is wel of geen stappen te zetten. En zo ja, welke!
Wij zetten hieronder 9 belangrijke fiscale eindejaarstips voor werkgevers uiteen:
1. Rapportageplicht werkgebonden personenmobiliteit voor grote werkgevers
Werkgevers met meer dan 100 werknemers worden per 1 januari 2024 verplicht om de CO2-uitstoot van hun personeel bij te houden, met als doel een reductie van 1,5 megaton CO2 in 2030.
Alle zakelijke reizen van het personeel moeten worden bijgehouden, zowel het woon-werkverkeer als alle overige zakelijke reizen. Op basis van de ingediende gegevens berekent de RVO de CO2-emissie. Voldoet u aan de criteria? Dan heeft u tot uiterlijk 1 januari 2024 de tijd om uw administratie hierop aan te passen.
Voorlopig geldt alleen de verplichting tot rapportering. Vanaf 2026 kan er aanvullende regelgeving komen als blijkt dat uw werknemers samen te veel CO2 uitstoten. Deze rapportageverplichting is onderdeel van het ‘Besluit CO2-reductie werkgebonden personenmobiliteit’, een maatregel in het Klimaatakkoord.
U heeft als werkgever onder meer de volgende gegevens nodig:
- Het totaal aantal kilometers dat uw werknemers in een kalenderjaar hebben afgelegd voor zakelijk en woon-werkverkeer.
- Jaartotaal aan kilometers verdeeld in soort vervoermiddel en brandstoftype.
Via een digitaal formulier levert u de gevraagde gegevens bij RVO aan. Ook de CO2-berekening wordt via dit digitale formulier gedaan. De rapportage over 2024 moet uiterlijk 30 juni 2025 zijn ingediend. Voor het digitale formulier heeft u minimaal eHerkenning niveau eH2+ met machtiging RVO-diensten nodig.
2. Verhoging belastingvrije reiskostenvergoeding
Stelt u geen vervoersmiddel ter beschikking aan uw werknemer, dan kunt u de werknemer in 2023 een belastingvrije vergoeding van maximaal € 0,21/km geven. Het maakt daarbij niet uit op welke wijze de werknemer reist. Dit geldt voor zowel woon-werkverkeer als voor zakelijke kilometers. Bij reizen per openbaar vervoer mag u ook de werkelijke kosten vergoeden. Het bedrag van de belastingvrije vergoeding stijgt in 2024 naar € 0,23/km.
Let op!
U bent als werkgever arbeidsrechtelijk in beginsel niet verplicht dit verhoogde bedrag ook aan uw werknemers te betalen. Dit is anders indien in een arbeidsovereenkomst, de arbeidsvoorwaarden en de cao is bepaald dat de maximale fiscale vergoeding moet worden vergoed. In dat geval heeft u geen keuze en moet u mee met de verhoging.
3. Verruiming vrijstelling ov-abonnement en voordeel-urenkaarten
De huidige twee regelingen voor het onbelast verstrekken van ov-abonnementen door werkgevers worden vervangen door één vrijstelling binnen de werkkostenregeling. Enige voorwaarde is dat de werknemer het abonnement ook gebruikt (in welke mate dan ook) voor zakelijke reizen (waaronder woon-werkverkeer). De verruiming betekent dat u uw werknemers in 2024 eerder een onbelast ov-abonnement kunt verstrekken. U hoeft dit namelijk niet meer onder te brengen in de werkkostenregeling of te bruteren als u wilt voorkomen dat uw werknemer een deel van de kosten zelf dient te betalen. Als de werknemer het ov-abonnement ook privé gebruikt, levert dat geen belastingheffing op.
4. Benut uw mogelijkheden binnen de werkkostenregeling
Benut ook dit jaar uw mogelijkheden binnen de werkkostenregeling. Beoordeel uw nog resterende vrije ruimte en bekijk of zaken die u in 2024 wilt vergoeden dan wel verstrekken nog in 2023 kunnen worden vergoed of verstrekt (bij ‘vergoeden’ koopt de werknemer de zaak en betaalt u hem terug, bij ‘verstrekken’ koopt u de zaak en geeft u deze aan de werknemer). Het is namelijk niet mogelijk om de vrije ruimte die in 2023 over is door te schuiven naar 2024.
Houd er rekening mee dat de vrije ruimte (alleen) in 2023 is verruimd. Tot een loonsom van € 400.000 bedraagt de vrije ruimte dit jaar 3% en volgend jaar (2024) nog slechts 1,92%. Over het meerdere blijft de vrije ruimte 1,18%. Dreigt u dit jaar de vrije ruimte te overschrijden, overweeg dan het verschaffen van vergoedingen en verstrekkingen uit te stellen tot 2024. Dit is uiteraard alleen voordelig als u in 2024 naar verwachting binnen de vrije ruimte blijft.
Houd rekening met het gebruikelijkheidscriterium: vergoedingen en verstrekkingen kunnen niet in de vrije ruimte worden ondergebracht als deze op zichzelf ongebruikelijk zijn en/of de omvang van de vergoeding/verstrekking ongebruikelijk is. Ongebruikelijk betekent in dit verband een afwijking van 30% of meer van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is. Het betekent echter niet dat alleen zakelijke vergoedingen en verstrekkingen in de werkkostenregeling kunnen worden ondergebracht.
Tip! Maak gebruik van de doelmatigheidsmarge van € 2.400 per persoon per jaar. Tot dit bedrag beschouwt de Belastingdienst de vergoedingen/verstrekkingen in ieder geval als gebruikelijk. Het bedrag van € 2.400 geldt in alle redelijkheid, dus bijvoorbeeld niet voor zover het loon van de werknemer lager is dan de bedragen waar hij recht op heeft volgens de Wet op het minimumloon of als stagiair. Overigens betekent dit niet dat het bedrag van € 2.400 per definitie onbelast is. Het bedrag telt ‘gewoon’ mee voor de vrije ruimte en als u die vrije ruimte overschrijdt, betekent dat een extra heffing van 80%.
Heeft u nog geen andere belaste vergoedingen of verstrekkingen gehad, dan kunt u zichzelf dit jaar als dga bijvoorbeeld ook een eindejaarsbonus geven van € 2.400. Staat uw partner ook op de loonlijst, dan geldt dit ook voor hem of haar.
Let op!
Dit is niet mogelijk als u gebruikmaakt van een betalingsregeling in het kader van het bijzonder uitstel van betaling voor coronaschulden. De extra betaling kan dan worden aangemerkt als bonus waarvoor een verbod geldt.
5. Heroverweeg gebruik concernregeling binnen werkkostenregeling
Heeft u meerdere bv’s, dan kunt u binnen de werkkostenregeling (WKR) de concernregeling toepassen. Door de concernregeling kan een bv die tot een concern behoort de ongebruikte vrije ruimte van een andere bv binnen hetzelfde concern benutten. Door de grotere vrije ruimte bij een loonsom tot € 400.000 is het gebruik van de concernregeling echter niet altijd voordelig. Als u de concernregeling toepast, kunt u namelijk maar één keer profiteren van de extra vrije ruimte van 3% die dit jaar geldt over de eerste € 400.000 van de loonsom. Vanaf 2024 is dit nog maar 1,92%. Het gebruik van de concernregeling is optioneel en u hoeft uw keuze pas ná 2023 te bepalen.
Tip! Maak alleen gebruik van de concernregeling binnen de WKR indien deze positief voor u uitpakt. Houd er hierbij rekening mee dat de concernregeling alleen geldt voor bv’s, nv’s en stichtingen en dat een belang van minimaal 95% gedurende het gehele jaar vereist is.
6. Loonkostenvoordeel voor lage lonen
Werkgevers die werknemers in dienst hebben met een loon tussen 100 en 125% van het wettelijk minimumloon (WML), krijgen een tegemoetkoming in de vorm van het lage-inkomensvoordeel (LIV). U krijgt het LIV alleen voor werknemers met minimaal 1.248 verloonde uren per jaar. Het gaat daarbij om alle uitbetaalde uren, dus ook uren waarvoor niet gewerkt wordt. Denk aan betaald verlof, ziekte, overwerk en uitbetaalde verlofuren.
Tip! Ga na voor welke werknemers u op grond van het uurloon het loonkostenvoordeel zou kunnen ontvangen. Ga vervolgens na of zij het minimaal vereiste aantal uren werken. Zitten ze net onder de grens, dan kan het lonend zijn het aantal uren te verhogen. Zelfs als u uw werknemer extra betaald verlof zou geven, tellen de uren mee en kunt u het loonkostenvoordeel wellicht toch binnenhalen.
Is het uurloon te hoog, dan kunt u in plaats van loon wellicht gebruikmaken van alternatieven. Denk daarbij aan onbelaste kostenvergoedingen en het onderbrengen van belast loon in de werkkostenregeling. Dit loon telt namelijk niet mee voor de bepaling van het LIV.
Jeugd-LIV
Voor jongeren van 18 t/m 20 jaar geldt een lagere tegemoetkoming in de vorm van het jeugd-LIV. De bedragen voor 2023 vindt u in onderstaande tabel. De eis van minstens 1.248 verloonde uren geldt niet voor het jeugd-LIV.
Leeftijd op 31-12-2022 | Jeugd-LIV per uur | Maximum jeugd-LIV per jaar |
18 jaar | € 0,07 | € 135,20 |
19 jaar | € 0,08 | € 166,40 |
20 jaar | € 0,30 | € 613,60 |
7. Vraag tijdig de WBSO aan
Werkgevers die innovatieve activiteiten verrichten, kunnen via de WBSO een fiscale tegemoetkoming krijgen in de vorm van een percentage van de gemaakte kosten. Deze kosten bestaan uit de direct toerekenbare salariskosten plus de overige toerekenbare kosten van innovatie. Als u innovatieve activiteiten gaat uitvoeren, kunt u de WBSO vooraf online aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (rvo.nl). Aanvragen kan in vier periodes per jaar.
Let op!
Aanvragen voor de eerste periode van 2024 moeten uiterlijk 20 december 2023 bij RVO binnen zijn.
8. Beperken 30%-regeling (Expat-regeling) vanaf 2024
Werknemers die van buiten Nederland worden aangeworven om in Nederland te komen werken, maken dubbele kosten (zogenaamde extraterritoriale kosten). Onder voorwaarden mag een werkgever deze kosten onbelast vergoeden. Dat mag op declaratiebasis, waarbij dus de werkelijke (kwalificerende) kosten worden vergoed. Makkelijker (en vaak voordeliger) is het om standaard 30% van de totale beloning onbelast te vergoeden (zonder nader bewijs). De afgelopen jaren zijn veel buitenlandse werknemers in Nederland aan de slag gegaan met deze 30%-regeling.
Op de valreep is voor de ingang van het verkiezingsreces besloten dat de 30%-regeling per 1 januari 2024 wordt versoberd en wel als volgt. Deze wordt voor maximaal de eerste 20 maanden gesteld op maximaal 30% van het belastbare loon, voor maximaal de daaropvolgende 20 maanden op maximaal 20% van dat loon en voor maximaal de daaropvolgende 20 maanden tot maximaal 10% van dat loon. Na 60 maanden is de maximale looptijd van een beschikking met betrekking tot de 30%-regeling verstreken. Er geldt een overgangsregeling voor werknemers die in het laatste tijdvak van 2023 in het bezit waren van een 30%-beschikking. Het kan dus lonen om nieuwe werknemers die in aanmerking komen voor de 30%-regeling nog net eind dit jaar in dienst te nemen in plaats van begin volgend jaar.
Let op!
Vraag de 30% aan binnen vier maanden na indiensttreding, zodat de regeling met terugwerkende kracht tot de start van de dienstbetrekking mag worden toegepast. Vraagt u de regeling later aan, dan bestaat geen recht op terugwerkende kracht en mag de regeling pas worden toegepast vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin de aanvraag is gedaan.
Tip! Bij wisseling van werkgever bestaat recht op continuering van de 30%-regeling. Tussen beide dienstbetrekkingen moet dan minder dan drie maanden zitten. Tevens kan continuering binnen vier maanden na de start van de nieuwe dienstbetrekking worden aangevraagd.
9. Handhaving op schijnzelfstandigheid in 2025 weer hervat
In 2016 is de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie (Wet DBA) ingevoerd. De handhaving van de Wet DBA blijft in principe vooralsnog achterwege, maar dat gaat veranderen. De Belastingdienst gaat vanaf 1 januari 2025 weer handhaven op schijnzelfstandigheid. Er is sprake van schijnzelfstandigheid als een zelfstandige (zzp’er) in de praktijk verkapt in dienst is bij een opdrachtgever. De handhaving zal intensiever gaan plaatsvinden: handhaving is al mogelijk bij situaties waarin sprake is van kwade trouw of een aanwijzing hiertoe. Er ligt een wetsvoorstel omtrent de beoordeling van arbeidsverhoudingen. Kern van dit voorstel is dat werkinhoudelijke aansturing en organisatorische inbedding van de arbeid aanwijzingen zijn voor een dienstverband. Contra-indicatie is werken voor eigen rekening en risico. Verder is een rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst bij een maximum uurtarief van € 32,24 opgenomen. Dit wetsvoorstel is nog in behandeling. Mocht hierover meer bekend zijn, dan besteden wij daar aandacht aan in onze nieuwsbrieven.
Let op!
De modelovereenkomst op basis van vrije vervanging wordt per 1 januari 2024 ingetrokken. Controleer of u nog werkt met dergelijke modelovereenkomsten.
Disclaimer
Bij de samenstelling van de Eindejaarstips 2023 is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Onze organisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.
Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met mr. E. (Bert) Nannen, Vennoot / Fiscalist bij HLB Nannen in Groningen.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)50 526 65 33Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met drs. Taco Holwerda, Partner bij HLB Blömer in Nieuwegein.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)30 605 85 11Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met mr. E. (Bert) Nannen, Vennoot / Fiscalist bij HLB Nannen in Groningen.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)50 526 65 33Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met HLB Witlox Van den Boomen, Algemene contactgegevens bij Newtone in Waalre.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)402 21 58 05Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met HLB Witlox Van den Boomen, Algemene contactgegevens bij Newtone in Waalre.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)402 21 58 05Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met J.M. (Hans) Barneveld AA, Partner bij HLB Amsterdam in Amsterdam.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)6 52 41 02 94Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met drs. Taco Holwerda, Partner bij HLB Blömer in Nieuwegein.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)30 605 85 11Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met P.H.P.J. (Pascal) Scheerder, Partner / Belastingadviseur bij HLB Den Hartog in Rotterdam.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)10 278 11 00Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met P.H.P.J. (Pascal) Scheerder, Partner / Belastingadviseur bij HLB Den Hartog in Rotterdam.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)10 278 11 00Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met mr. E. (Bert) Nannen, Vennoot / Fiscalist bij HLB Nannen in Groningen.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)50 526 65 33Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met Esther van Huizen QC, Partner bij HLB Blömer in Nieuwegein.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)30 605 85 11Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met mr. E. (Bert) Nannen, Vennoot / Fiscalist bij HLB Nannen in Groningen.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)50 526 65 33Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met HLB Witlox Van den Boomen, Algemene contactgegevens bij Newtone in Waalre.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)402 21 58 05Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met HLB Witlox Van den Boomen, Algemene contactgegevens bij Newtone in Waalre.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)402 21 58 05Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met J.M. (Hans) Barneveld AA, Partner bij HLB Amsterdam in Amsterdam.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)6 52 41 02 94Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met Esther van Huizen QC, Partner bij HLB Blömer in Nieuwegein.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)30 605 85 11Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met P.H.P.J. (Pascal) Scheerder, Partner / Belastingadviseur bij HLB Den Hartog in Rotterdam.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)10 278 11 00Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met P.H.P.J. (Pascal) Scheerder, Partner / Belastingadviseur bij HLB Den Hartog in Rotterdam.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)10 278 11 00