Delen
Prinsjesdag 2024: Inkomstenbelasting | HLB Amsterdam
Menu
Actueel

Prinsjesdag 2024: Inkomstenbelasting

Gepubliceerd op

Wij hebben voor u de Prinsjesdagstukken doorgenomen en er de meest belangrijke zaken uitgefilterd. Hieronder volgt een greep uit de plannen voor 2025 met betrekking tot de inkomstenbelasting.

Prinsjesdag 2024: Inkomstenbelasting

Verlaging van tarieven box 1

Per 1 januari 2025 wordt een extra, verlaagde eerste schijf in box 1 geïntroduceerd. Dit zorgt voor een gerichtere lastenverlichting bij middeninkomens. Het tarief in deze eerste schijf daalt van 36,97% (2024) naar 35,82% (2025). Het tarief van de tweede schijf bedraagt 37,48%. De grens van de derde schijf start op € 76.817 (2025) en is daarmee € 1.298 hoger dan in 2024. Het hoogste tarief in box 1 blijft 49,5%.

Let op! Valt u in het laagste tarief, dan krijgt u ook aftrek in het laagste tarief. De aftrek wordt afgetopt op het tarief van 37,48% in de tweede schijf.

Verlaging algemene heffingskorting

De algemene heffingskorting wordt verlaagd om de introductie van de extra schijf in box 1 te financieren. Vanaf het maximale wettelijke minimumloon (€ 28.406) wordt de algemene heffingskorting afgebouwd naar nihil.

Verhoging arbeidskorting

De arbeidskorting wordt met € 67 verhoogd voor de lagere en middeninkomensgroepen. Werkenden met een salaris tot bijna € 44.000 gaan er hierdoor op vooruit.

Verlaging toptarief box 2

Sinds 1 januari 2024 is het uniforme tarief van box 2 vervangen door twee tarieven. Voor ontvangen dividenden tot € 67.000 geldt in 2024 een tarief van 24,5%. Dit tarief blijft in 2025 gelijk, maar geldt dan voor dividenden tot € 67.804. Voor 2024 werd het tarief van de tweede schijf eind 2023 op het laatste moment nog gewijzigd van de oorspronkelijk voorgestelde 31% naar 33%. Deze wijziging wordt nu met ingang van 2025 teruggedraaid. In 2024 geldt nog een tarief van 33% in de tweede schijf, vanaf 2025 is een tarief van 31% in de tweede schijf voorgesteld.

In box 2 wordt belasting geheven op voordelen uit aanmerkelijk belang, zoals dividenduitkeringen aan de aandeelhouder (dga) in privé. Fiscale partners profiteren twee keer van het tarief van de eerste lage schijf, wat betekent dat een dividenduitkering van € 134.000 in 2024 belast wordt tegen het lage tarief van 24,5%. In 2025 geldt het lage tarief van 24,5% bij fiscale partners tot een dividenduitkering van € 135.608.

Tip! Wilt u dit jaar nog een dividenduitkering doen? Doe dit dan op basis van de eerste schijf. Dit is maximaal € 67.000 of € 134.000 als u een fiscaal partner heeft. Een hogere dividenduitkering kunt u beter uitstellen naar 2025.

Let op! Dividenduitkeringen beïnvloeden ook de algemene heffingskorting, uw vermogen in box 3 en eventuele excessieve leningen. Het is verstandig om met uw fiscaal adviseur te overleggen of het voordelig is om nu dividend uit te keren.

Tip! Heeft uw partner geen eigen inkomen? Dan kan het voordelig zijn om dividend uit te keren, zodat de algemene heffingskorting optimaal wordt benut.

Let op! Heeft u als aanmerkelijk belanghouder een schuld die meer bedraagt dan € 500.000? Dan heeft u tot 31 december 2024 de tijd om deze af te lossen. Doet u niets? Dan bent u in box 2 belasting verschuldigd over het bedrag boven de € 500.000.

Tarieven box 3 – sparen en beleggen

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de huidige wetgeving van box 3 niet voldoet aan Europese wetgeving. Dit betekent dat u bij de belastingheffing in box 3 kunt kiezen tussen het fictieve rendement of het daadwerkelijke rendement. De exacte manier waarop het daadwerkelijke rendement moet worden bepaald en aangegeven, is nog niet helemaal duidelijk.

De Hoge Raad heeft bepaald dat bij het vaststellen van het werkelijke rendement het gehele vermogen in box 3 wordt meegenomen, zonder aftrek van het heffingsvrij vermogen. Het kabinet volgt deze definitie.

Het tarief van box 3 wijzigt niet en blijft 36% in 2025.

Vooralsnog wordt vanaf 2027 het daadwerkelijke rendement in box 3 belast. Tot die tijd blijven fictieve rendementen het uitgangspunt. Er zijn drie categorieën: bank- en spaargelden, beleggingen en schulden.

Het kabinet heeft aanvullende maatregelen genomen na de Hoge Raad-uitspraak van 6 juni over box 3. Alle belastingplichtigen met een aanslag na het Kerstarrest van 24 december 2021 kunnen het formulier voor werkelijk rendement invullen als hun werkelijke rendement lager was dan het forfaitaire rendement. Voor aanslagen uit 2019 en 2020 moeten belastingplichtigen vóór het verstrijken van de vijfjaarstermijn een verzoek tot ambtshalve vermindering indienen (2019: tot eind 2024, 2020: tot eind 2025). Voor aanslagen uit 2017 en 2018 moet dit verzoek al (tijdig) ingediend zijn om het formulier voor werkelijk rendement te gebruiken.

Aanpassing waardeoverdracht pensioen

In sommige internationale situaties bleef een in het buitenland opgebouwd pensioen (tot en met 1994) onbelast. Een maatregel in 2010 om deze pensioenen alsnog te belasten, werd door een arrest van de Hoge Raad van 18 oktober 2019 ongedaan gemaakt. Daarom is voorgesteld om de Invoeringswet Wet IB 2001 aan te passen, zodat belasting kan worden geheven over deze pensioenuitkeringen.

Leeftijdsgrens toeslagpartnerschap vervalt

Vanaf 1 januari 2025 vervalt de leeftijdsgrens van 27 jaar voor ouders en (stief-/pleeg)kinderen in het toeslagpartnerbegrip. Dit betekent dat ouders en kinderen niet langer als toeslagpartners worden aangemerkt als zij op hetzelfde adres wonen, ongeacht hun leeftijd. Hiermee wordt voorkomen dat toeslagen worden misgelopen of mogelijk worden teruggevorderd.

Extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit

De aftrek van extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit wordt in 2025 eenvoudiger. Belastingplichtigen hoeven geen complexe berekeningen meer te maken; voor het bezoeken van een arts, ziekenhuis of apotheek kunnen ze een vast bedrag van € 0,23 per kilometer aftrekken. Voor extra vervoerskosten door ernstige ziekte of handicap kan bovendien een vast bedrag van € 925 in aftrek gebracht worden. Het bewaren van bonnen voor bijvoorbeeld benzine is niet meer nodig. Voor reiskosten met de taxi of het openbaar vervoer blijven de werkelijke kosten aftrekbaar


Heeft u nog vragen?

Neem direct contact op met P.H.P.J. (Pascal) Scheerder, Partner / Belastingadviseur bij HLB Den Hartog in Rotterdam.

Stuur een e-mail of bel +31 (0)10 278 11 00
P.H.P.J. (Pascal) Scheerder